fotografie

over een ‘nieuw’ medium en de relatie tot de schilderkunst

‘Vanaf nu is de schilderkunst dood.’
Deze hartenkreet is afkomstig van de Franse schilder Paul Delaroche nadat rond 1840 de fotografie was uitgevonden. Op foto’s werd de werkelijkheid scherp en objectief weer gegeven. Niet iedereen was hier opgetogen over, maar één ding was duidelijk: geen enkele kunstenaar kon zich onttrekken aan de invloed van de fotografie.

De wedijver met de fotografie stimuleerde schilders om op een andere manier naar hun eigen medium te kijken. De zichtbare realiteit ging steeds minder als uitgangspunt dienen. Een schilderij werd meer en meer een op zich zelf staande werkelijkheid die bestond uit verfstrepen, vormen en kleuren.

Aan het eind van de 19e eeuw was de fotografie niet meer uit het leven weg te denken. De grote vraag was wel: kan fotografie kunst zijn?

foto van Georg Hendrik Breitner met hemzelf en Marius Bauer in een rijtuig inLonden, c 1897-c 1910
George Hendrik Breitner, Georg Breitner en Marius Bauer in Londen c.1897-c.1910